Alpaca’s houden

De alpaca (Vicuña Pacos) behoort net als de lama tot de kameelachtigen. Breegroen Alpaca heeft momenteel een kudde van ongeveer 70 dieren.

Onze kudde is in 2007 Chili door Alpachile geselecteerd en overgevlogen naar Nederland onder deskundige begeleiding van de heer Norman Dreyer. Ook heeft de heer Dreyer ons de eerste tijd begeleid in het verzorgen, observeren en het leren omgaan met de dieren.

Alpacakudde op weg naar binnen

Onze alpaca’s zijn afkomstig uit het uiterste noorden van Chili, nabij de grens met Peru. De dieren hebben daardoor een kenmerkend Peruviaans uiterlijk: een vrij korte neus, bewolde poten en een goede wolkwaliteit. Ze zijn snel gewend geraakt aan ons land en aan ons. Inmiddels wordt de kudde steeds meer bevolkt door nageslacht van de originele importdieren. Zij zijn in Nederland geboren en weten niet beter dan dat de wereld vlak is. Wel hebben ook zij het Peruviaanse uiterlijk nog altijd behouden.

Alpaca’s heb je in vele kleuren, er zijn minimaal 22 erkend. Wij hebben ongeveer tien van die kleuren in de kudde, en dat gaat van spierwit tot volledig zwart, tweekleuren en heel soms een driekleur. Het karakter van de dieren is zachtaardig en gemoederlijk. Het is een genoegen is om met ze om te gaan. Al duizenden jaren geleden werden alpaca’s gehouden door de Inca’s voor het vlees en de wol en er is dus sprake van een gedomesticeerd dier. Toch staan ze nog steeds dichter bij de natuur dan bijvoorbeeld varkens of melkvee.

Een alpaca weegt volgroeid ongeveer net zoveel als een mens. Voor een gezond, volwassen dier mag men uitgaan van zestig tot tachtig kilo. Fors uitgegroeide mannetjes kunnen tegen de honderd kilo wegen. Het voordeel van deze omvang is dat het dier ‘op de menselijke maat’ is. Wanneer er onverhoopt eens iets aan de hand is met een dier, kun je het optillen of omdraaien zonder buitengewoon sterk te hoeven zijn.

Macho, hembra, cria

Omdat de dieren afkomstig zijn uit Spaanstalig gebied is wordt vaak de Spaanse naamvoering gebruikt. Een mannelijk dier wordt een macho genoemd, de vrouwtjes heten hembra’s en de jonge dieren cria’s. In Nederland wordt meestal (misplaatst) paardenjargon gebruikt, zodat er van hengst, merrie en veulen wordt gesproken.
Alpaca’s maken weinig geluid, ze zijn rustig en ze zijn niet lomp in hun gedrag. Met betrekkelijk dun uitgevoerde stalinrichting en slechts schapengaas zijn ze in hun verblijft te houden.

Alpaca’s kunnen allerlei geluiden maken, maar normaal gesproken doen ze dat niet zonder reden. Een kudde alpaca’s hoort men dus niet, tenzij er een reden voor geluid is (gevaar, een macho in de buurt, onrust) of als ze bijvoorbeeld graag de stal uit willen op een zonnige ochtend.

Alpacageluid

Het typische geluid dat wordt gebruikt voor communicatie onderling lijkt op een zacht neuriën.

Zachtaardig van karakter

Alpaca’s zijn niet gevaarlijk en ze kunnen goede vriendjes worden met kinderen. Er gaat een bepaalde rust uit van het lopen tussen de kudde. Vooral in een wat grotere kudde zoals bij ons komt het kuddegedrag goed tot uiting. De dieren hebben een rangorde in de kudde. Er zijn een aantal leidende dieren en de dieren waarschuwen elkaar door allerlei geluiden zoals een hoog hinnikend geluid bij gevaar en een hummend geluid wanneer er iets in de lucht hangt of als ze eruit willen, zoals op de opname hierboven. Het kost de eigenaar tijd om de aard van de dieren te doorgronden. Ook is het belangrijk om hun lichaamstaal te leren kennen zodat je daarop in kunt spelen. Als je ze met respect, liefde en aandacht behandelt zullen ze je veel teruggeven.

Net als de kameel en de lama kan ook een alpaca spugen. Het spugen, of meestal doen alsof, is een normaal onderdeel van het kuddegedrag en wordt doorgaans gebruikt om een soortgenoot op zijn positie te wijzen. Ook wanneer een macho toenadering zoekt bij een hembra terwijl die al drachtig is, zal worden bespuugd (‘spit-off’). Dit kan zelfs worden gebruikt als drachtigheidscontrole. Naar een mens zal niet zo snel gespuugd worden. Het komt eigenlijk alleen voor wanneer de alpaca zich in het nauw gedreven voelt of wanneer je als mens bij onmin tussen twee alpaca’s toevallig in de vuurlinie staat.

Zonnebaden of een zandbad nemen?

Alpaca’s zijn sobere dieren als het gaat om eetgewoonten. Ze komen van oorsprong uit droge, karige gebieden en hebben daardoor een zeer efficiënte spijsvertering. In Nederland kunnen ze volstaan met (kuil)gras en hooi, hoewel ze af en toe een lekker hapje veekoek of een schijf winterwortel niet te versmaden vinden. Onze kudde heeft voldoende ruimte en kan daardoor volop buiten grazen. In het zomerseizoen worden de hoogdrachtige en zogende dieren bijgevoerd met luzerne (alfalfa) en brok.

Dracht en geboorte

De gemiddelde draagtijd van een alpaca is elfenhalve maand met een ruime marge, soms tot over een jaar. Alpaca’s jongen vrijwel altijd overdag tussen acht uur ’s morgens en drie uur ’s middags. De moeder krijgt één cria per dracht. Meerlingen zijn bij alpaca’s uiterst zeldzaam. De cria weegt bij de geboorte rond zes kilogram en de geboorte verloopt snel en onopvallend. Aan de moeder is het bijna niet van tevoren te herkennen, tenzij je alpaca’s en hun gedrag zeer goed kent. Een alpaca kan vrij snel na het jongen weer gedekt worden, meestal al na enkele weken. (Of je dat wil is een tweede vraag, het is onze ervaring dat het beter is voor de dieren om een jaar te dragen en daarna een jaar te zogen, alvorens er een nieuwe dracht mag komen.)

Huacaya en Suri-alpaca’s

Er zijn twee soorten alpaca’s: de huacaya en de suri. Huacaya’s komen het meest voor en ze hebben een dichte, enigszins krullende vacht. De suri heeft een iets andere lichaamsbouw en wordt gekenmerkt door een dreadlock-achtige vacht. Wij hebben op ons bedrijf hoofdzakelijk éénkleurige huacaya’s: een erfenis van de startmotivatie, want éénkleurige dieren zijn het makkelijkst te scheren voor de wolindustrie.

Huacaya- en suri-alpaca's in bad

Alpaca’s leveren uitstekende wol. De wolkwaliteit wordt uitgedrukt in microns (1/1000e mm). Het merendeel van onze dieren heeft een microngetal tussen 15 en 20. Alpacawol heeft goede isolerende eigenschappen, het is slijtvast en kriebelt of pluist niet. In tegenstelling tot schapenwol is alpacawol niet vet.

Alpaca's met en zonder wol

Omdat alpaca’s echt kuddedieren zijn houden wij ze zoveel mogelijk in grote groepen. In de wei hebben de dieren voldoende ruimte om zich uit te leven. Ze hebben altijd de mogelijkheid om naar binnen te kunnen gaan en te schuilen tegen regen, hitte of kou.

Sinds 2022 moeten de dieren ‘s nachts ook binnen worden gedaan vanwege de opkomst van de wolf in Drenthe. Dat vinden ze niet leuk, want in de zomer bleven ze liever buiten in het veld.

Meer weten?

Voor nog meer informatie verwijzen we door naar alpacawereld.nl, een onafhankelijke website die het houden, voeren en verzorgen van alpaca’s in meer details beschrijft. Een andere mogelijkheid om meer te leren (tussen april en oktober) is een keer bij ons te komen voor een rondleiding.